A
A-formaten
Het A4 formaat is het meest bekende en meest gebruikte papierformaat. Het is een formaat uit een reeks formaten met allemaal dezelfde verhoudingen namelijk korte zijde : lange zijde = 1:√2.
A0 = 84 x 118,8 cm. De lange zijde wordt steeds gehalveerd om het volgende kleinere formaat te krijgen. Er is ook een B, C en een D-reeks. Deze zijn minder bekend.
- RA0 860 x 1220 mm
- RA1 610 x 860 mm
- RA2 430 x 610 mm
- A0 841 x 1189 mm
- A1 594 x 841 mm
- A2 420 x 594 mm
- A3 297 x 420 mm
- SRA3 320 x 450 mm
- A4 210 x 297 mm
- A5 148 x 210 mm
- A6 105 x 148 mm
- A7 74 x 105 mm
- A8 52 x 74 mm
Papierformaat vs envelopafmeting
- A4 plano - EA4 220 x 312 mm
- A4 dubbel gevouwen naar 148 x 210 mm - EA5 156 x 220 mm
- A4 in drieën gevouwen naar 100 x 210 m - EA5/6 110 x 220 mm
- A4 in vieren gevouwen naar 148 x 105 mm - C6 114 x 162 mm
Aflopende druk
Wanneer afbeeldingen, lijnen of vlakken tot aan de snijrand(en) van het papier moeten doorlopen, spreken we van aflopende druk. Dergelijke ‘aflopers’ moeten in de praktijk altijd minstens 3 mm groter zijn dan het afgewerkte papierformaat, anders bestaat de kans op storende witte randjes tussen het beeld en de rand van het papier na het schoonsnijden.
Afwerken
Alle handelingen die na het drukken nodig zijn om tot het eindproduct te komen.
B
B-formaten
Naast de A formaten worden ook B-formaten gebruikt, bijvoorbeeld voor posters.
- B0 - 1000 x 1414 mm
- B1 - 707 x 1000 mm
- B2 - 500 x 707 mm
- B3 - 353 x 500 mm
- B4 - 250 x 353 mm
- B5 - 176 x 250 mm
- B6 - 125 x 176 mm
- B7 - 88 x 125 mm
- B8 - 62 x 88 mm
Bestandsformaat
Digitale beschrijving waarin een document, tekst, illustratie etc. wordt bewaard.
Voorbeelden zijn PDF, JPEG, GIF etc.
Binnenwerk
Onder binnenwerk wordt het binnenste gedeelte van bijvoorbeeld een brochure of magazine verstaan. Dit zijn alle pagina's exclusief de cover.
Blinddruk / Blindpreeg
Reliëfdruk waarbij het beeld alleen zichtbaar is doordat het omlaag of omhoog gedrukt is in papier of karton. Hierbij wordt geen gebruik gemaakt van inkt, vernis of folie.
Reliëfdruk komt tot stand door middel van een (messing) blinddrukstempel en een contravorm. Het resultaat van de druk is afhankelijk van het te bedrukken materiaal, alsmede de diepte van de gebruikte preegstempel.
Brocheren
De meest voorkomende manieren om drukvellen aan elkaar vast te maken zijn nieten, lijmen of naaien en eventueel voorzien van een band of omslag. Bij nieten wordt de brochure of het boekje voorzien van 2 nietjes in de rug.
C
CMYK
De gangbare afkorting voor Cyaan, Magenta, Yellow en Black, wordt standaard toegepast in vierkleurendruk. Over de herkomst van de K in CMYK zijn de meningen verdeeld. De ene groep zegt dat de K van blacK is, een tweede groep zegt dat de K van Key komt.
In theorie krijg je als je de 3 kleuren (Cyaan, Magenta en Yellow) 100% over elkaar drukt, vol zwart. In de praktijk blijken de 3 basiskleuren niet helemaal zuiver te zijn. Je krijgt geen zwart, maar een donker bruin. De Key om toch vol zwart te krijgen is om zwart toe te voegen (bepaald percentage). Het zwart is dan de sleutel (Key) om het 'mankement' in Cyaan, Magenta en Yellow op te lossen.
D
Densiteit
Donkerheidgraad van een ontwikkeld fotografisch beeld of inktdekking in een afdruk.
De zwarting van een oppervlak of doorzichtige laag. Densiteit is letterlijk dichtheid.
Dispersielak
Dispersielak is een laagje beschermlak die over het drukwerk kan worden aangebracht. De lak sluit de inkt af waardoor deze niet meer kan uitlopen. Dispersielak zorgt dus niet alleen voor bescherming, maar ook dat het drukwerk mooier blijft. De lak is over het algemeen verkrijgbaar in mat of glans. Een vergelijkbaar effect bereik je met lamineren.
DPI
DPI staat voor Dots Per Inch (maar ook Pixels Per Inch, eigenlijk PPI).
Over DPI en PPI bestaat in de grafische wereld soms verwarring. Waar men in de grafische industrie spreekt over DPI, bedoelt men in feite PPI.
DPI als Pixels per Inch (PPI):
Eenheid van de resolutie van uitvoerapparatuur (zoals belichters en printers) uitgedrukt in pixels per strekkende inch. De norm voor kleurenfoto’s voor offset drukwerk is 300 dpi (ppi).
DPI als Dots per Inch:
Het aantal inktstippen per strekkende inch die bij het drukken op het papier terechtkomen. Dot (engels) is stip of punt. Bij een kleurendruk is de DPI in Dots per Inch een veelvoud van de DPI in Pixels per Inch.
Drukgang
De verschillende kleuren in meerkleurendrukwerk worden apart over elkaar heen gedrukt. Elke afzonderlijke kleur is een gang door een pers ofwel een drukgang. Fullcolour drukwerk bestaat uit 4 drukgangen: cyaan, magenta, geel en zwart. De 4 drukgangen kunnen op 1 pers tegelijkertijd worden uitgevoerd.
E
Enveloppen
De meest voorkomende maten zijn:
omschrijving |
formaat |
EA4 |
220 x 312 mm |
EA5 |
156 x 220 mm |
EA5/6 (DIN-lang) |
110 x 220 mm |
EA6 |
110 x 156 mm |
EA7 |
78 x 110 mm |
E4 |
280 x 400 mm |
EB4 |
262 x 371 mm |
EC4 |
240 x 340 mm |
EC5 |
170 x 240 mm |
EC6 |
120 x 170 mm |
B4 |
250 x 353 mm |
B5 |
176 x 250 mm |
B6 |
125 x 176 mm |
C3 |
324 x 458 mm |
C4 |
229 x 324 mm |
C5 |
162 x 229 mm |
C6 |
114 x 162 mm |
C5/6 |
114 x 229 mm |
F
Foliedruk
Veredelingstechniek waarbij een dunne kleur- of metaalfolie op het drukwerk wordt aangebracht.
Full colour
Drukproces waarbij de kleuren opgebouwd worden uit de vier basis kleuren CMYK, met deze kleuren kunnen bijna alle kleuren nagebootst worden.
G
Gehecht gebrocheerd
Ook wel geniet gebrocheerd genoemd. In elkaar gestoken katernen die in de rug worden voorzien van nietjes (vaak met een omslag).
Gestreken papier (of gecoat) papier
Door het strijken of coaten wordt een laagje (coating) op het papier ‘gestreken’. Dit laagje vult de ruimte tussen de vezels aan de oppervlakte van het papier. Het papier is daardoor egaler/gladder van oppervlak, en daardoor zeer geschikt voor het drukken van fijne rasters. Gestreken papier is ook minder doorschijnend. Als deze laag al tijdens de gang door de papiermachine wordt aangebracht heet het machinegestreken of mc (machinecoated) papier.
Gesatineerd papier
Bij het satineren wordt papier door een aantal walsen geleid. De papiervezels worden daardoor vlakgewalst. Gesatineerd papier is soepel papier met een glad oppervlak. Papier kan overigens zowel gestreken als gesatineerd zijn.
GIF
Een bestandsindeling voor het opslaan van afbeeldingen in digitale vorm. De afkorting staat voor Graphics Interchange Format, een grafische bestandsindeling met pixels. Het aantal kleuren in een GIF-bestand is beperkt tot maximaal 256.
Gramsgewicht / grs.
De term die gebruikt wordt om de zwaarte van het papier aan te geven. Men geeft dit aan in gram per vierkante meter. Het gramgewicht heeft niets met de dikte van het papier te maken.
Handige formule is het gewicht van een vel te delen door de lengte en breedte van het papier.
Bijvoorbeeld:
Het vel weegt 5 gram : 0,297 : 0,21 meter = 80 g/m², ook wel 80 grams genoemd.
Een vel A4 (210 x 297 mm) weegt 5 gram, dan is de eenvoudige formule: het gewicht A4 (= 5 gram) x 16 = 80 grams.
Tot en met het gewicht van 179 g/m² spreken wij van papier, vanaf 180 g/m² wordt het karton genoemd. In nog hogere gramgewichten, vanaf 500 g/m², is er sprake van board of bord.
Grijsbord/ Grijskarton
Grijskarton van ongesorteerd oud papier, vaak gebruikt als onderbord of basis van een boekband.
Grijskarton is hard, stevig en over het algemeen meer dan 400 grams.
H
Harmonica vouwen
Wijze van parallel vouwen, om en om in tegengestelde richting gevouwen, wordt ook wel zigzag vouwen genoemd.
J
JPG (jpeg)
JPEG (Joint Photographic Experts Group) is een fotobestand-compressie standaard, op basis van vele kleuren (de bestandsextensie is *.jpg). Hoe hoger de compressie hoe kleiner het bestand, en hoe kleiner ook de beeldkwaliteit.
L
Lamineren
Het drukwerk wordt voorzien van een kunststof laag om het te beschermen (o.a. tegen vingerafdrukken). Laminaat is er in diverse soorten zoals glans en mat, maar ook holografisch laminaat is mogelijk. Een laminaat is een goede bescherming tegen breken op de vouw en schuurvastheidsproblemen. Een gelamineere product kan voor langere tijd worden bewaard. Na de behandeling hoef je je geen zorgen te maken over aantasting door vocht, vuil of andere invloeden. Lamineren wordt ook wel plastificeren genoemd.
Lakken
Een andere manier van drukwerkveredeling met (UV) lak of vernis.
Het aanbrengen van een transparante folie door middel van warmte en lijm, deze folie kan mat of glanzend zijn en daarnaast, indien noodzakelijk, een structuur bevatten (linnen of leer).
Looprichting
Tijdens het produceren van papier gaan de houtvezels door de snelheid van de zeef in de looprichting van de pulp liggen. Dit bepaalt uiteindelijk de looprichting van het papier. Het is voor drukkers belangrijk om te weten: de looprichting van het papier van bijvoorbeeld een boek of jaarverslag moet altijd evenwijdig zijn aan de rug. Gebeurt dit niet dan gaan de pagina’s ‘fladderen’.
Wil jezelf weten of testen wat de looprichting van papier is?
Neem een vel papier en maak er een scheur in. Als de scheur recht loopt, dan is dit de looprichting. Ontstaat een gegolfde scheur dan ligt de looprichting dus precies haaks ten opzichte van de scheur.
Zo kan het ook: scheur van de hoek van een vel papier een stukje af en maak dat nat. De looprichting staat haaks op de krulling die het stukje papier krijgt.
M
Marges
De afstand tussen de rand van het papier en het gedrukte gedeelte.
N
Nummeren/Numeroteur
Een apparaatje dat op de cilinder van de drukpers bevestigd kan worden en dat het drukwerk zo automatisch van een volgnummer voorziet. Wordt gebruikt voor formulieren, orderbonnen, cadeaubonnen etc.
O
Offsetdruk
Een vlakdruktechniek die is gebaseerd op het chemische principe dat vet (inkt) en water elkaar afstoten. Het beeld wordt vanaf een vlakke metalen- of kunststofplaat eerst voorzien van vochtwater (vocht) en daarna voorzien van inkt (vet), hierna wordt het drukbeeld via een rubberdoek overgebracht op het papier.
Overdruk
Bij overdruk worden lagen die onder elkaar staan over elkaar heen gedrukt. Dit is voornamelijk het geval wanneer zwarte tekst op een gekleurd vlak staat.
Bij een drukproces worden de verschillende kleuren (CMYK) na elkaar gedrukt. Wanneer een ontwerp een geel vlak met zwarte tekst bevat, zou eerst het gele vlak worden gedrukt met de tekst uitgespaard. Wanneer de zwarte tekst daarna in de uitgespaarde gedeeltes zou moeten worden gedrukt, bestaat de kans dat er witte randjes rondom de letters en tekens ontstaan.
Staat de tekst op overdrukken ingesteld, dan wordt eerst het gele vlak volledig gedrukt waarna de zwarte tekst eroverheen gedrukt wordt.
P
Pantone® kleur (PMS kleur)
Het PantoneÆ Matching System is een systeem waarbij door middel van een nummer een kleur vrij objectief benoemd kan worden. Er zijn waaiers te koop waarbij behalve de kleurnummers ook het recept voor het maken van de PMS kleur voor de drukkerij is aangegeven. In meeste DTP-software is het gebruik van PMS kleur geïntegreerd. Met deze PMS kleurinkten kunnen we toch 1 of meer kleuren aanbrengen in bijvoorbeeld handelsdrukwerk, zonder steeds van het duurdere full colour drukwerk gebruik te hoeven maken.
Een bestand weggeschreven in dit formaat kan op elke computer bekeken worden, mits het gratis programma Acrobat Reader is geïnstalleerd (www.adobe.com). Hierdoor kunnen er (druk)proeven digitaal over en weer gezonden worden tussen computers zonder dat er papieren proeven gemaakt worden. In de PDF zitten ook alle gegevens van een document ingesloten zodat er geen losse lettertypes e.d. meer hoeven worden bijgeleverd.
PDF/X-4:2008
PDF-X-4:2008 is een standaard voorinstelling van PDF. De X staat voor eXchange; een PDF/X-document kan in principe door elke drukkerij verwerkt worden. Dit houdt bijvoorbeeld in dat enkel CMYK-kleuren gebruikt worden, dat alle fonts in de PDF aanwezig zijn, dat het document niet versleuteld is, etc. Let er wel op dat je wel zelf de afloopinstellingen nog moet ingeven, deze worden bij PDF/X niet standaard geëxporteerd.
Plano (papier)
Ongevouwen vellen papier of producten, ze verkeren nog in hun oorspronkelijke formaat. Plano betekent 'vlak'.
PNG
Een bestandsformaat voor afbeeldingen. De afkorting staat voor Portable Network Graphic. Het is in het leven geroepen om een patentvrij alternatief te bieden voor het GIF-formaat. PNG-afbeeldingen nemen, vergeleken met andere formaten weinig ruimte in. Het is geschikt voor het verliesloos opslaan van afbeeldingen en met name voor het besparen van geheugenruimte voor simpele afbeeldingen.
Pregen
Een beeld en/of tekst afgedrukt zonder inkt en met behulp van een stempel, waardoor een reliëf in het papier ontstaat. Het kan gebruikt worden als veiligheidskenmerk bij drukwerk met waarde zoals cadeaubonnen en dergelijke.
R
Raster afbeelding
Een raster afbeelding is een afbeelding die opgebouwd is uit pixels. Een raster afbeelding heeft altijd een bepaalde resolutie, bijvoorbeeld 300 DPI. Foto’s zijn eigenlijk altijd raster afbeeldingen. Een raster afbeelding kan niet oneindig worden vergroot zonder kwaliteitsverlies.
RGB
De gangbare afkorting voor Rood, Groen en Blauw. RGB is een op de primaire lichtkleuren gebaseerde set kleuren en is 24-bits. RGB kleuren worden gebruikt voor de weergave op beeldschermen en is ongeschikt voor gebruik in de vierkleurendruk. De RGB kleuren moeten om gedrukt te kunnen worden omgezet worden naar CMYK-kleuren.
Rillen
Rillen is het maken van een vouwlijn in papier, waardoor het op die plaats gemakkelijk te vouwen is en het papier niet scheurt.
S
Schoonsnijden
Het snijden van het gedrukte papier op het gewenste formaat.
Snijtekens
Kleine horizontale en verticale lijntjes buiten het beeld, die aangeven waar gesneden moet worden om het afgewerkte (of schone) formaat te krijgen.
Stansen
Een vorm uit het drukwerk snijden met behulp van een snijdende stempel. Op deze manier kunnen ook niet rechthoekige formaten verkregen worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan offertemappen of een venster in een voorplat van een rapport.
Steunkleur
Een extra kleur. Dit kan een kleur zijn naast zwart of een extra kleur bij vierkleurendruk.
T
TIFF
Staat voor Tagged Image File Format en is een bestandsindeling voor de opslag van beelden. Het werd ontwikkeld om beelden op te slaan van scanners en fotobewerkingsprogramma’s. Het formaat is flexibel en kan beelden met allerlei eigenschappen opslaan.
Toplaag
De buiten- of bovenlaag van het papier of karton.
U
UV-lak
Een hoogglanslak die over het gehele drukvlak of een gedeelte daarvan kan worden aangebracht.
V
Vector afbeelding
Vector afbeeldingen zijn de tegenhangers van raster afbeeldingen. Deze zijn opgebouwd uit wiskundige lijnen en vormen. Hierdoor zijn vector afbeeldingen resolutie onafhankelijk en kunnen dus oneindig worden vergroot zonder kwaliteitsverlies.
Z
Zeefdruk
Druktechniek waarbij de inkt door een zeef op het te bedrukken materiaal wordt gebracht. Met zeefdruk is bijna elk materiaal – ook kunststof en glas - te bedrukken. Het wordt veelal toegepast in de kunstwereld, maar ook bijvoorbeeld voor het bedrukken van T-shirts. Zeefdruk inkt is goed dekkend, waardoor het ook gedrukt kan worden op donkere ondergronden.